cement
Uiterlijk
- ce·ment
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘mortel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1350 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cement | (cementen) * |
verkleinwoord | - | - |
- (bouwkunde) een bouwmateriaal bestaande uit kalk, zand en grind
- Het cement was in de truck hard geworden.
- Het bindmiddel voor dit zogeheten brikkenbeton was geen cement, maar een mengsel van kalk en tras, gemalen tufsteen uit de Eifel. Het werd al in de Romeinse tijd gebruikt, onder andere voor de koepel van het Pantheon. [2]
- ▸ De smurrie voelde lauw en hard aan. Als cement.[3]
- (tandheelkunde) een vulstof voor onder andere kiezen
- ▸ Zogenaamde retentievleugels zorgen voor het houvast aan de pijlers. De tandarts zet deze met cement vast: je kunt dit zelf niet verwijderen.[4]
- (figuurlijk) iets wat een groter geheel bij elkaar houdt
- Het cement van de samenleving.
- Er zit een gevarieerde groep tussen, die, hoe diffuus ook, één kenmerkt deelt: het zijn sociale stijgers: de ouders hebben ten opzichte van hún ouders een grote stap vooruit gemaakt in opleiding en inkomen, maar halen (nog) niet het opleidingsniveau en de werkomvang van de hogere middenklasse. Deze kinderen zijn het cement van de stad.[5]
- De meervoudsvorm op -en komt nauwelijks voor. Meestal wordt in dit geval gesproken van "soorten cement".
1. een bouwmateriaal bestaande uit kalk, zand en grind
vervoeging van |
---|
cementen |
cement
- Het woord cement staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "cement" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "cement" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Joost van Kasteren NRC 14 mei 2016
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Weblink bron “Etsbrug (plakbrug)”
- ↑ Annemiek Leclaire NRC 26 mei 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
cement m
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- IPA: /tsɛmɛnt/
- ce·ment
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bouwkunde in het Nederlands
- Tandheelkunde in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %
- Woorden in het Slowaaks
- Zelfstandig naamwoord in het Slowaaks
- Bouwkunde in het Slowaaks
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Bouwkunde in het Tsjechisch
- Mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Onbezield mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch