bakkersvrouw
Uiterlijk
- bak·kers·vrouw
- samenstelling van bakker en vrouw met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bakkersvrouw | bakkersvrouwen |
verkleinwoord | bakkersvrouwtje | bakkersvrouwtjes |
de bakkersvrouw v
- (beroep) de vrouw van de bakker
- Het woord bakkersvrouw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.