ambtelijk
Uiterlijk
- amb·te·lijk
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ambtelijk | ambtelijker | ambtelijkst |
verbogen | ambtelijke | ambtelijkere | ambtelijkste |
partitief | ambtelijks | ambtelijkers | - |
ambtelijk
- met overdreven veel regels en procedures
- Om dit voorstel goedgekeurd te krijgen moet het eerst door de hele ambtelijke molen.
- uit hoofde van een bepaald ambt
- Volgens het laatste ambtelijke besluit mag hier niet worden gerookt.
- Het woord ambtelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ambtelijk" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be