tritium

• Geluid:  tritium    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈtritsijʏm/, /ˈtrisijʏm/

• tri·ti·um

• Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘waterstofisotoop’ voor het eerst aangetroffen in 1949 ^[1]
• van Latijn tritium ^[2]

het tritium o

1. (scheikunde) een isotoop van waterstof, met één proton en twee neutronen in de kern

• isotoop

• deuterium

• Het woord tritium staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tritium" herkend door:

58 %	van de Nederlanders;
63 %	van de Vlamingen.[3]

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• van Oudgrieks τρίτος (trítos) "derde" met het achtervoegsel -ium; een verwijzing naar de atoommassa van deze isotoop^[1]

tritium o

1. (neologisme), (scheikunde), tritium

• IPA: /trɪtɪjʊm/, /trɪtsɪjʊm/

• tri·ti·um

tritium o

1. (scheikunde) tritium; een isotoop van waterstof met in de kern één proton en twee neutronen

	enkelvoud	meervoud
nominatief	tritium	tritia
genitief	tritia	tritií
datief	tritiu	tritiím
accusatief	tritium	tritia
vocatief	tritium	tritia
locatief	tritiu	tritiích
instrumentalis	tritiem	tritii

• T
• ³H

• izotop monbezield

• deuterium o
• protium o
• triton monbezield
• vodík monbezield

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)

• Zie Wikipedia voor meer informatie.