Hals
Uiterlijk
- Hals
- Ontleend aan het Duitse woord Hals zn (Nederlands: hals, keel), dat van het Middelhoogduitse woord hals zn komt en dat weer van het Oudhoodguitse woord hals zn
enkelvoud (onbepaald) |
enkelvoud (bepaald) |
meervoud (onbepaald) |
meervoud (bepaald) | |
---|---|---|---|---|
nominatief | en Hals | der Hals | Hels | die Hels |
datief | me Hals | em Hals | Hels | de Hels |
accusatief | en Hals | der Hals | Hels | die Hels |
Hals, m
Categorieën:
- Woorden in het Pennsylvania-Duits
- Woorden in het Pennsylvania-Duits van lengte 4
- Woorden in het Pennsylvania-Duits met audioweergave
- Woorden in het Pennsylvania-Duits met IPA-weergave
- Pennsylvania-Duitse woorden naar herkomst uit het Duits
- Pennsylvania-Duitse woorden naar herkomst uit het Middelhoogduits
- Pennsylvania-Duitse woorden naar herkomst uit het Oudhoogduits
- Zelfstandig naamwoord in het Pennsylvania-Duits
- Anatomie in het Pennsylvania-Duits