Caribische monniksrob
Uiterlijk
- (IPA in voorbereiding)
- Ca·ri·bi·sche mon·niks·rob
- verbinding van Caribische en monniksrob
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Caribische monniksrob | Caribische monniksrobben |
verkleinwoord | Caribisch monniksrobje | Caribische monniksrobjes |
de Caribische monniksrob m
- (roofdieren) bepaald soort zoogdier, Monachus tropicalis , was een zeehondensoort uit het geslacht der monniksrobben (Monachus)
Het was het enige zeeroofdier dat van nature voorkwam in het Caribische gebied. De laatst betrouwbare waarnemingen stammen uit 1952 en sinds 1996 wordt de soort officieel als uitgestorven beschouwd.
- Australische zeeleeuw
- baardrob
- baikalrob
- bandrob
- Californische zeeleeuw
- galapagoszeebeer
- galapagoszeeleeuw
- gewone zeehond
- grijze zeehond
- guadalupezeebeer
- Hawaïaanse monniksrob
- juanfernandezzeebeer
- Kaapse pelsrob
- Kaspische rob
- kerguelenzeebeer
- klapmuts
- krabbeneter
- larghazeehond
- manenrob
- Mediterrane monniksrob
- monniksrobben
- Nieuw-Zeelandse zeebeer
- Nieuw-Zeelandse zeeleeuw
- noordelijke zeebeer
- noordelijke zeeolifant
- oorrobben
- pelsrob
- ringelrob
- rob
- rosszeehond
- saimaarob
- stellerzeeleeuw
- Subantarctische zeebeer
- walrus
- walrussen
- weddellzeehond
- zadelrob
- zeeberen
- zeehond
- zeehonden
- zeeleeuw
- zeeleeuwen
- zeeluipaard
- zeeolifant
- zeeolifanten
- zeerob
- Zuid-Amerikaanse zeebeer
- zuidelijke zeeolifant +
- Het woord 'Caribische monniksrob' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.