Nothing Special   »   [go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

lopen: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 24: Regel 24:
#''(Noord-Nederlands)'' {{erga|nld}} stappen, gaan, wandelen
#''(Noord-Nederlands)'' {{erga|nld}} stappen, gaan, wandelen
{{bijv-1|'''Lopen''' naar het stadhuis is sneller dan met de auto.}}
{{bijv-1|'''Lopen''' naar het stadhuis is sneller dan met de auto.}}
{{citeer|boek|jaar=2018|auteur=Tim Voors|titel=Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada|uitgave=eBook: Mat-Zet bv, Soest|uitgever=Fontaine Uitgevers|taal=nl|citaat= Jack was een kale man van in de zestig die 35 jaar geleden zelf de PCT had '''gelopen'''.}}
#''(Zuid-Nederlands)'' {{erga|nld}} rennen
#''(Zuid-Nederlands)'' {{erga|nld}} rennen
{{bijv-1|Je zal moeten '''{{pn}}''' als je de trein nog wil halen.}}
{{bijv-1|Je zal moeten '''{{pn}}''' als je de trein nog wil halen.}}
Regel 30: Regel 29:
{{bijv-1|Hij '''heeft''' gisteren een heel stuk '''gelopen'''.}}
{{bijv-1|Hij '''heeft''' gisteren een heel stuk '''gelopen'''.}}
{{bijv-1|Er '''wordt''' daar niet veel '''gelopen'''.}}
{{bijv-1|Er '''wordt''' daar niet veel '''gelopen'''.}}
{{citeer|boek|jaar=2018|auteur=Tim Voors|titel=Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada|uitgave=eBook: Mat-Zet bv, Soest|uitgever=Fontaine Uitgevers|taal=nl|citaat= Jack was een kale man van in de zestig die 35 jaar geleden zelf de PCT had '''gelopen'''.}}
#''(Zuid-Nederlands)'' {{inerg|nld}} rennen
#''(Zuid-Nederlands)'' {{inerg|nld}} rennen
{{bijv-1|Hij '''heeft''' gisteren tien kilometer '''gelopen'''.}}
{{bijv-1|Hij '''heeft''' gisteren tien kilometer '''gelopen'''.}}

Versie van 9 jun 2020 20:01

  • lo·pen
  • In de betekenis van ‘gaan’ voor het eerst aangetroffen in 901 [1]
  • afkomstig van:
Middelnederlands: lopen
Oudnederlands: lōpan
Germaans: *hlaupanan
Indo-Europees: *klAub-

=

  • Verwant in Germaans:
West: Engels: leap (Angelsaksisch: hlēapan), Duits: laufen, (Oudhoogduits: loufan), Fries: ljeppe (Oudfries: hlāpa)
Noord: Zweeds: löpa, Deens: løbe, Noors: løpe, (Nynorsk: laupa, Oudnoords: hlaupa), IJslands: hlaupa, Faeröers: leypa
Oost: Gotisch: hlaupan
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
lopen
liep
gelopen
klasse 7 volledig

lopen

  1. (Noord-Nederlands) ergatief stappen, gaan, wandelen
    • Lopen naar het stadhuis is sneller dan met de auto. 
  2. (Zuid-Nederlands) ergatief rennen
    • Je zal moeten lopen als je de trein nog wil halen. 
  3. (Noord-Nederlands) inergatief stappen, gaan
    • Hij heeft gisteren een heel stuk gelopen. 
    • Er wordt daar niet veel gelopen. 
     Jack was een kale man van in de zestig die 35 jaar geleden zelf de PCT had gelopen.[2]
  4. (Zuid-Nederlands) inergatief rennen
    • Hij heeft gisteren tien kilometer gelopen. 
  5. ergatief voortgang maken
    • De zaken lopen erg goed. 
  6. ergatief vloeien of stromen
    • Het water loopt in mijn kleren. 
  7. hulpwerkwoord ~ te: duratief hulpwerkwoord, iets doen terwijl men loopt
    • Ach, loop niet zo te zeuren, man! 
    • Hij heeft de krant lopen rondbrengen. 
  1. In Nederland heeft dit woord de connotatie van stappen of gaan. Voor zich snel verplaatsen met de benen gebruikt men eerder rennen.
  2. In België heeft dit woord de connotatie van rennen. Voor zich traag voortbewegen met de benen gebruikt men eerder gaan of stappen.
  3. [7] In samengestelde tijden vervalt te.

de lopenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord loop
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]