Loading AI tools
Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het Getijdenboek van Hendrik VIII ook het Cumberland getijdenboek genoemd, is een verlucht getijdenboek voor het gebruik van Rome, dat omstreeks 1500 verlucht werd door Jean Poyet (Jean Poyer) in Tours. Het wordt nu bewaard in de Morgan Library & Museum in New York als Ms. H.8. Het kreeg zijn naam naar koning Hendrik VIII van Engeland die het handschrift in zijn bezit zou gehad hebben, maar daar is geen bewijs voor. Er is wel documentatie die aantoont dat het in het bezit was van latere Engelse koningen, onder meer dat het behoorde tot de bibliotheek van George III.[1]
De onwaarschijnlijke veronderstelling dat het handschrift in het bezit was van Hendrik VIII, is gebaseerd op een nota op f200 van George Wade. Hij schrijft daarin dat hij het handschrift kocht uit de bezittingen van Charles Benoit Desmanet van Mons (tot 1723) en dat de traditie wou dat het handschrift een geschenk zou geweest zijn van keizer Karel V aan Hendrik VIII.[2] Via George Wade kwam het handschrift bij koning George II van Engeland terecht, die het aan de Koninklijke Bibliotheek van Hannover schonk. Koning George III nam het mee naar Engeland in 1803, maar nam het mee terug naar Hannover in 1816. Latere eigenaars waren koning George IV, koning William IV, Ernst Augustus I hertog van Cumberland en koning van Hannover, George V koning van Hannover, Ernst August van Brunswijk; Ernst Augustus II hertog van Brunswick-Lüneburg (1922), Heinrich Eisemann en Joseph Baer (1930). Daarna werd het door Paul Graupe verkocht aan Dannie Heineman als een geschenk voor zijn vrouw, Hettie (1933). In 1964 werd het werk uitgeleend aan de Heineman Foundation en in 1974 ging het naar de stichting bij erfenis. De Heineman Foundation schonk het aan The Morgan in 1977.[2]
Het handschrift bestaat uit 200 perkamenten folia van 256 bij 180 mm. De tekst is geschreven in het Latijn in een kolom met 17 lijnen per bladzijde, in een mooie bastarda. Het tekstblok meet 156 bij 95 mm. De kalender is franciscaans met enkele Parijse elementen. Het boek bevat vijftien grote, negenentwintig halfblad miniaturen en twaalf illustraties in de kalender.[3]
Het handschrift heeft de klassieke inhoud van een getijdenboek:[3]
In de monografie uit 1923 van Raymond Limousin e.a. werden de miniaturen toegeschreven aan Jean Bourdichon. Voor David Mac Gibbon waren ze van de hand van medewerkers uit diens atelier. Paul Durrieu schreef ze dan in 1930 weer toe aan Jean Perréal. De meest recente toewijzing is aan Jean Poyet door François Avril uit 1978.[3] Roger Wieck beschreef het getijdenboek in detail in 1999.[4]
De tekstbladzijden zijn gedecoreerd met versierde initialen van een en twee regels hoog en met lijnvullers. Bij het begin van een sectie (bijvoorbeeld de uren in de getijden) wordt een versierde initiaal van drie regels hoog gebruikt.
De kalender is geschreven op een bladzijde per maand, in twee kolommen. Bovenaan elke bladzijde vindt men een paginabrede miniatuur die de werken of de genoegens van de maand voorstelt. Onderaan in het midden staat een medaillon met het teken uit de dierenriem. Verder zijn in de marges monochroom geschilderde heiligen afgebeeld die in de betrokken maand gevierd werden.
De inleidende bladzijde van elk evangelie uittreksel heeft dezelfde lay-out als de kalenderbladzijden: een blad brede gekleurde miniatuur bovenaan die de evangelist en zijn symbool afbeeldt. De onderzijde van het blad bestaat uit een blad brede monochrome miniatuur met in het midden een tekstblok van acht lijnen, beginnend met een versierde initiaal. De scènes die worden afgebeeld zijn:[3]
Het passie evangelie wordt ingeleid met een volbladminiatuur op f13r die de arrestatie van Christus afbeeldt.[3]
Het Obsecro te wordt afgebeeld met een blad brede miniatuur van de Heilige Familie, met daarboven en eronder een monochrome bladversiering met bovenaan het einde van het passieverhaal en onderaan musicerende engelen.[3]
Ook het Stabat Mater begint met een combinatie van een gekleurde miniatuur, een bewening van Christus en een monochrome kruisafname onderaan.[3]
Een volbladminiatuur met de Madonna met kind wordt bewaard in het Louvre. De verso zijde van de miniatuur bevat de laatste zinnen van het Stabat Mater.
In de mariagetijden worden de gebedsstonden ingeleid met een volblad miniatuur.[3]
De completen beginnen op f74r met een versierde initiaal van 3 lijnen hoog
De andere getijden worden ingeleid met een volbladminiatuur. In het dodenofficie worden de vespers ingeleid met een volbladminiatuur, de andere gebedsstonden beginnen met een combinatie van een gekleurde miniatuur en een monochrome miniatuur zoals in de kalender.[3]
De suffragia worden ingeleid met een volbladminiatuur, daarna wordt het systeem met de dubbelminiatuur zoals in de kalender gebruikt. De lijst van afbeeldingen vindt men hierbij.[3]
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.