DE VAAS VAN HELDRING
87
Jan van Campen
De vaas van Heldring
Deze grote vaas is geheel bedekt met een geïriseerd groen loodglazuur.
De toepassing van loodglazuren op aardewerk was niet nieuw, maar werd in
de Han-tijd (206 v.Chr.-221 n.Chr.) verder ontwikkeld. Uit opgravingen blijkt
dat vooral dit type groene glazuur vanaf de tweede eeuw voor Christus veel
werd gebruikt in Xi’an en omgeving. Door de economische voorspoed tijdens
de Han-tijd en door de ontwikkeling van het gebruik om in het graf stukken
keramiek mee te geven, groeide de productie snel en werd al spoedig op veel
meer plaatsen dit aardewerk met loodglazuur gemaakt. Een opvallend
kenmerk van deze keramiek is dat de vorm en decoratiemotieven vaak aan
bronzen voorbeelden ontleend zijn. Bij de grote vaas die Ernst Heldring in
1938 aan de Vereniging schonk, is dat ook het geval. De vorm - hier veel
gedrukter - komt weliswaar slechts in grote lijnen overeen met het bronzen
vat uit de collectie Hülsmann (zie artikel Ellen Uitzinger eerder in dit
nummer), voor de smalle horizontale banden en de faofze-maskers op de buik
geldt dat veel sterker. Het gefriseerde glazuur doet bovendien denken aan een
gepatineerd brons. De iets concave bodem is geglazuurd op drie kleine
plekken langs de rand na, waar de pot gesteund is bij het bakken.
In het begin van de 20c eeuw was deze Han-keramiek in het Westen nog
vrijwel onbekend. S.W. Bushell, (1844-1908), verbonden aan de Engelse
legatie in Peking, had in 1897 het bestaan ervan als eerste gemeld.1 Kort
daarna werd China door het eind van de Boxer-opstand (1901) toegankelijker
voor buitenlanders en door de aanleg van spoorwegen kwam veel
archeologisch materiaal boven de grond. In 1909 kon Berthold Laufer al een
uitvoerig en rijk geïllustreerd boek over Han-keramiek publiceren.2 In het
grote formaat vazen - zo blijkt al uit deze eerste studie - zijn twee typen te
onderscheiden. Iets gebruikelijker dan Heldrings vrijwel gladde vaas is de
minder gedrukte vorm met op de schouder een band in reliëf met dieren en
jagers.
Het oude China stond bij Westerse verzamelaars in die eerste jaren van de
20e eeuw in het brandpunt van de belangstelling. Enerzijds schakelden
degenen die voordien vooral Japanse kunst verzamelden in deze jaren om
verschillende redenen over op Chinese kunst,3 anderzijds bestond er in
Amerika een groep zeer rijke verzamelaars die primair schilderijen
verzamelden (vooral Hollandse meesters). De schilderijen werden aangevuld
met andere kunstvoorwerpen, waaronder vaak renaissance beeldhouwwerk,
Perzische tapijten, en bijna altijd Chinese keramiek.4 ‘Pots and paintings’,
was een vaste combinatie in deze Amerikaanse gilded age (1865-1915).
De verzameling had als doel culturele verfijning uit te drukken als tegenwicht
voor de exorbitante rijkdom. Hoewel ‘pots’ aanvankelijk vooral porselein uit
de 17cen 18e eeuw betekende, werd dit aan hetDownloaded
begin van
de 20e eeuw
from Brill.com04/24/2020 06:26:11PM
via free access
uitgebreid met vroegere stukken, zoals ook grote Han-vazen. Zo kwamen
Downloaded from Brill.com04/24/2020 06:26:11PM
via free access
89
Vaas, aardewerk met
een groen gefriseerd
loodglazuur, hoogte
46,5 cm., China, Ooste
lijke Han (25-221).
Schenking Ernst
Heldring in 1938, Rijks
museum Amsterdam,
collectie WAK, AKMAK-101
verschillende soorten verzamelaars rond dezelfde tijd bij hetzelfde verzamelonderwerp uit. De Amerikaanse verzamelars waren zo kapitaalkrachtig dat ze
een stevig stempel drukten op de markt en daardoor ook mede bepaalden
wat wel en niet het verzamelen waard werd geacht. Een voorbeeld van een
collectie ‘pots and paintings’ is de verzameling van Henry Osborne Havemeyer (1847-1907).5 Havemeyer had als suikerbaron een fortuin vergaard en
verzamelde schilderijen, pastels, prenten, Chinese keramiek, Japanse kunst
voorwerpen. Door een legaat van zijn weduwe kwam zijn collectie in 1929 in
het Metropolitan Museum in New York terecht.
Onder deze omstandigheden groeide een Han-vaas in korte tijd uit tot een
begerenswaardig verzamelobject, en dat gold ook voor de leden van de
Vereniging. G.J. Verburgt, medeoprichter en bestuurslid van de Vereniging
kocht een vaas met een jachtscène in reliëf in 1912 bij de firma Wannieck in
Parijs. In Leeuwarden kocht Nanne Ottema (1874-1955), eveneens bestuurs
lid van de Vereniging een dergelijke vaas in 1917 bij de firma D. Komter in
Amsterdam.6 Wanneer en bij wie Heldring zijn vaas kocht is niet meer na te
gaan, maar wel is bekend dat hij de vaas in 1938 aan de Vereniging schonk
ter gelegenheid van het 20-jarig bestaan. Op 1 juni van dat jaar werd in
aanwezigheid van burgemeester De Vlugt het Museum van Aziatische Kunst
in enkele zalen van het Stedelijk Museum na een verbouwing van twee en
een halve maand weer geopend en tevens het vierde lustrum gevierd.
Zoals door Renée Steenbergen in haar inleiding beschreven is, was Ernst
Heldring (1871-1954) in de eerste helft van de 20c eeuw een invloedrijk man
in Nederland. Het bestuurslidmaatschap van de Vereniging was slechts een
van de vele activiteiten die hij naast zijn werk als ondernemer ontplooide.
Zijn rol als fondsenwerver én donor kwamen in het artikel van Steenbergen al
aan de orde. Vanuit dat perspectief is het geschenk van Heldring goed te
begrijpen. Hij droeg op deze manier nog eens extra bij aan de totstandkoming
van een collectie van de Vereniging, de keuze paste precies in de doelstelling
en de vaas is een variant op het bekendere type dat weliswaar toen nog niet
in de collectie van de Vereniging vertegenwoordigd was, maar wel al in de
collectie van medeoprichter Verburgt.
Heldring had belangstelling voor Europese en Aziatische kunst. In 1949
schonk hij een bronzen beeldje van Brahma (Java, 9C eeuw) en na zijn dood
ontving de Vereniging als legaat nog verschillende voorwerpen, vooral
Japanse wapens en delen van wapenrusting.7
Noten
1. In Oriental CeramicArt, New York, 1897, p. 10.
2. Chinese pottery of the Han dynasty, Leiden, 1909. Laufer deed in 1903 in China
onderzoek naar Han-keramiek. De snelle verspreiding van Han-potten blijkt uit
enkele vroege verwervingen van musea. Het museum in Boston had al vroeg een
exemplaar, zoals blijkt uit de publicatie Chinese pottery and porcelain van
R.L. Hobson uit 1915 (pl. 2 , fig. 1). Musée Guimet heeft een dergelijke pot die
verzameld werd op de ‘mission Pelliot’ in 1906-1910, zie Oriental ceramics; the
world’sgreat collections. Vol. 8 Musée Guimet, Tokyo, 1976-1978, nr. 3. Samuel T.
Peters, een vroege verzamelaar van Chinese keramiek in New York en trustee van
het Metropolitan Museum bezat een grote Han-vaas, die door een legaat van zijn
weduwe in 1926 in eigendom van het museum kwam,
zie S.G.
Valenstein,
Downloaded
from
Brill.com04/24/2020 06:26:11PM
via free access
A handbook of Chinese ceramics, New York, 1975, pl. 41, p. 47.
90
3. Dit zou zo rond 1905 hebben plaatsgevonden, zie W.I. Cohen, East Asian Art and
American culture; a study in international relations, New York, 1992, p. 45.
4. W. Liedtke, ‘Hollandse schilderijen in Amerika; de verzamelaars en hun idealen’,
Hollandse Meesters uit Amerika (tent.cat. Mauritshuis) Den Haag/Zwolle, 1990, pp.
14-59.
5. A.C. Freylinghuysen e.a., Splendid legacy; the Havemeyer collection (tent.cat Metro
politan Museum), New York, 1993. De vaas is in deze publicatie niet afgebeeld. Wel
in: Oriental ceramics; the world’sgreat collections. Vol. 12 The Metropolitan Museum
of Art, Tokyo, 1976-1878, zwart wit plaat 12. Andere exemplaren die sterk overeen
komen: R. Krahl, Chinese ceramics from the Meiyintang collection, Londen, 1994, Vol.
1, nr. 80; Oriental ceramics; the world’s great collections. Vol. 10 The Freer Gallery of
Art, Tokyo, 1976-1878, nr. 4; Laufer, Op.cit. (noot 1), pl. XXXIX, nr. 1 en pl. XLV; en
het exemplaar in Hobson, zie noot 1.
6. Inv.nr. NO 1429.
7. Beeld van Brahma AK-MAK-249; AK-MAK-296 Japans beeld; AK-MAK-327 Japans
zwaard; AK-MAK-380, 381, 382, 383, 384 Japanse zwaarden; AK-MAK-386 deel van
een Japans harnas; AK-MAK-301 Koreaanse schildering; AK-MAK-291 Chinese
schildering; AK-MAK-257 Javaanse kris; AK-MAK-260 Javaanse kris; AK-MAK-155
Japanse stijgbeugels; AK-MAK 129 Japanse dolk; AK-MAK 130 Japans pistool; AKMAK-131 Japanse stijgbeugels; AK-MAK-132, 133, 134, 135, 136, 137 Japanse helm;
AK-MAK-138 deel van een Japans harnas.
Downloaded from Brill.com04/24/2020 06:26:11PM
via free access