Nothing Special   »   [go: up one dir, main page]

Academia.eduAcademia.edu

Van Rome naar Romeins

2015, TMA54

Colofon TMA 54, 2015 27ste jaargang Prijs los nummer €12,Het Tijdschrift voor Mediterrane Archeologie is een onafhankelijk tijdschrift dat aandacht besteedt aan actueel archeologisch onderzoek in de mediterrane wereld, in het bijzonder verricht vanuit Nederland en België. Het overnemen van artikelen is toegestaan mits met bronvermelding. Bijdragen van lezers kunnen al dan niet verkort door de redactie worden geplaatst. Inhoudsopgave TMA verschijnt twee keer per jaar. Opgave kan schriftelijk of via onze website. Een abonnement kost €20,-. Studenten betalen €15,- (onder vermelding van studentnummer). Het abonnement loopt van 1 januari tot en met 31 december en wordt automatisch verlengd, tenzij een maand van te voren schriftelijk is opgezegd. Eens eigendom van L. Cominius, Victor en Alexander. Verbindingen door het Romeinse leger in kaart gebracht aan de hand van graiti Marenne Zandstra 1 De verbondenheid tussen de steden van Romeins Klein-Azië Rinse Willet 6 Adres: Tijdschrift voor Mediterrane Archeologie Poststraat 6 9712 ER Groningen Bankgegevens: Stichting ter Ondersteuning Oudheidkundig Onderzoek IBAN: NL14INGB0005859344 BIC: INGBNL2A Artikelen Commercial contacts in the Sahel region during the Punic period: the case of Uzita Andrea Perugini & Karen Ryckbosch 13 Een globaliseringsperspectief op Latijnse kolonisatie Marleen K. Termeer 19 KvK: 41014777 TMA online: – tijdschrift@mediterrane-archeologie.nl – mediterrane-archeologie.nl – rug.academia.edu/ TMATijdschriftvoorMediterraneArcheologie – facebook.com/tijdschrift.voormediterranearcheologie Redactie: Remco Bronkhorst (hoofdredacteur), Tamara Dijkstra, Heleen Duinker, Jord Hilbrants, Judith Jurjens, Rian Lenting, Jorn Seubers, Simon Speksnijder, Tom Trienen, Jan Ferco van der Weg, heo Verlaan, Anne-Jan Wijnstok, Sarah Willemsen, Evelien Witmer Proofreader English papers: Annette Hansen Adviesraad: Prof. Dr. P.A.J. Attema (RUG) Prof. Dr. G.J.M.L. Burgers (VU) Prof. Dr. R.F. Docter (UGent) Prof. Dr. E.M. Moormann (RU) Dr. J. Pelgrom (KNIR) Prof. Dr. J. Poblome (KULeuven) Dr. M.J. Versluys (UL) Dr. G.J.M. van Wijngaarden (UvA) Ontwerp omslag: Heleen Duinker Opmaak binnenwerk: Hannie Steegstra TMA komt tot stand in samenwerking met Barkhuis Publishing, Eelde. ISSN 0922-3312 81999/SOOO Meer dan de som der delen? Italo-Egeïsche netwerkdynamiek in Achaia en de Argolis tijdens de overgang van de Bronstijd naar de IJzertijd (ca. 1250-1000 voor Christus Kimberley A.M. van den Berg 25 Maanvrouwe aan de Oxus: Baktrisch Ai Khanum als casus voor globalisering in de Oudheid Milinda Hoo 34 Gandhara als cultureel kruispunt: interactie tussen de mediterrane wereld en de Indusvallei Marike van Aerde 41 English summaries 48 Recensies Social Networks and Regional Identity in Bronze Age Italy Wieke de Neef 50 Van Rome naar Romeins Berber van der Meulen 52 Shipsheds of the Ancient Mediterranean Yftinus van Popta 54 → TMA jaargang 27, nr. 54 Introducties op lopend onderzoek he Avellino Event: cultural and demographic efects of the great Bronze Age eruption of Mount Vesuvius Peter Attema, Martijn van Leusen, Mike Field, Luca Alessandri, Marieke Doorenbosch & Wouter van Gorp 56 Ayios Vasilios: een survey van de paleisnederzetting Corien Wiersma 57 he emergence of Central Italian urbanisation and special activity sites along the Etruscan coast between the Late Bronze and Early Iron Age Maria Rosaria Cinquegrana 58 From mater and pater familias to social standings. Transformations in gendered identities in Italy between the ninth to sixth century BC Ilona Venderbos 59 From Pickaxe to Pixel: een pilotproject voor de toepassing van 3D-leeromgevingen in de opleiding archeologie Jorn Seubers 60 Keizers en Decurionen. Verspreiding en acceptatie van keizerlijke macht, ideologie, cultuur en mentaliteit in Romeins Italië (27 voor Christus - 68 na Christus) Tjark Blokzijl 61 TMA jaargang 27, nr. 54 Recensie vitrines, regelmatig kunnen worden gewisseld. Dit biedt het museum de mogelijkheid om een groter deel van de collectie tentoon te stellen en de vaste bezoeker steeds weer iets nieuws te bieden. De invloed van de samenwerking binnen Keys to Rome is vooral zichtbaar in de toepassing van nieuwe technologieën om de ervaring van de museumbezoeker interactiever te maken. De vertrouwde bordjes naast de vitrines zijn aangevuld met tablets, waar men met een pasje extra informatie over de objecten kan vinden. Wat vooral in het oog springt is het gebruik van virtual reality-technieken om een extra dimensie te verlenen aan de tentoonstelling. Een goed voorbeeld hiervan is de toepassing van een bewegingssensor op een marmeren oscillum uit Italië, waarmee de bezoeker zelf de oorspronkelijke kleuren van het object erop kan projecteren. De publicatie Mede ter ere van deze geheel vernieuwde vaste tentoonstelling heeft het museum een boek uitgebracht met daarin 21 essays over uiteenlopende onderwerpen, geschreven door een breed scala aan specialisten. Hoewel er zijdelings aandacht wordt besteed aan de objecten in de tentoonstelling, is dit nadrukkelijk geen museumcatalogus. Dat zou ook niet passen bij de dynamische opzet van de tentoonstelling, gezien de mogelijkheid tot het rouleren van objecten. Evenals in het museum zijn de essays ingedeeld in een aantal thema’s, namelijk Mensen en Mobiliteit, Een Expanderend Economisch Netwerk, Nieuwe Voedselpatronen, Veranderende Wereldbeelden, De Gebouwde Omgeving, Uiterlijk als Expressie van Identiteit en Nieuwe Vormen van Vermaak. Per thema wordt elke regio in een apart essay behandeld door een specialist op dat gebied. Dit maakt het boek zowel geschikt voor een geïnteresseerd lekenpubliek als voor de geïnformeerde deskundige, omdat de essays een goed overzicht bieden van de huidige consensus over en feitelijke kennis van de onderwerpen die aan bod komen. Het nadeel van deze opzet is echter dat de essays erg kort zijn met gemiddeld zo’n zes pagina’s. Dit zorgt ervoor dat een groot deel van de essays niet ontsnapt aan het geven van een feitelijke beschrijving van de veranderingen die in een bepaalde regio plaatsvinden “wanneer de Romeinen komen”, terwijl niet of nauwelijks wordt ingegaan op de achterliggende culturele processen die worden aangestipt in de inleiding (zie beneden). Ook zorgt de beperkte ruimte ervoor dat de auteurs vaak grotendeels impliciet laten wat zij vanuit hun persoonlijke opvattingen, onderzoeksinteresses en disciplinaire grenzen verstaan onder het begrip “Romeins”. Aangezien de opvattingen hierover in het werkveld zonder twijfel even divers zijn als in het Romeinse Rijk zelf, zou het interessant geweest zijn om ook deze nader te belichten. Dit soort achterliggende theoretische pijnpunten worden uitgebreid aangehaald in de inleiding van het boek, een theoretisch essay van twee van de redacteuren, Miguel John Versluys en Frits Naerebout, waarin zij dieper ingaan op enkele grotere thema’s en theoretische discussies die ten grondslag liggen aan deze bundel. De tentoonstelling Als onderdeel van een grootschalig project om het museum te hervormen en vernieuwen, besloot het Allard Pierson Museum vorig jaar om hun vaste afdeling Romeinse archeologie geheel te herzien. In dit streven stonden zij niet alleen, maar maakte het onderdeel uit van een internationaal project genaamd Keys to Rome, georganiseerd door het Virtual Museum Transnational Network. De vaste Romeinse collectie, zoals die nu aan de bezoeker wordt gepresenteerd, is opgedeeld in acht thema’s: Leger en Imperium, Architectuur, Eten en Drinken, Vermaak, Handel, Religie, Overlijden en Uiterlijk. Aan de hand van deze thema’s worden objecten getoond uit drie voormalige regio’s van het Romeinse Rijk: Nederland, Italië en Egypte. Hiervoor zijn zowel objecten uit de eigen Egyptische collectie genomen als objecten in bruikleen van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Zoals duidelijk wordt uit de inleidende ilm, de begeleidende teksten en de hieronder besproken tentoonstellingspublicatie, is het doel van de huidige opstelling het belichten van de diversiteit van het Romeinse Rijk en de connectiviteit tussen de verschillende geograische delen van het rijk. Dit komt het duidelijkst naar voren bij de zogenaamde “sleutelobjecten”: objecten die vast opgesteld staan en per thema een kort overzicht geven van de diversiteit in materiele cultuur binnen het Romeinse Rijk. Een goed voorbeeld hiervan is het thema Handel, waar onder andere een basalten gewicht uit Rome kan worden bewonderd. De overige objecten uit de tentoonstelling staan dusdanig opgesteld dat zij, zonder inbreuk te maken op de opstelling van de 52 Recensie De redacteurs openen hun essay met een poging in woorden te vatten wat Rome “is”. Aan de ene kant is er volgens hen een tendens gaande dat “Rome” tegenwoordig weinig meer is dan gladiatoren en keizers, een imago dat gevoed wordt door de moderne populaire cultuur (zoals bijvoorbeeld de serie Rome). Anderzijds speelt ook een rol dat de Romeinen gezien worden als hoeders van de Griekse cultuur, en daarmee een schakel vormen tussen de Griekse beschaving en de moderne, op een 19de-eeuws model geschoeide, natiestaten (p. 12). Het doel van deze bundel is volgens de auteurs daarom om Rome en het Romeinse Rijk los te zien van deze stereotiepe beelden en in een modern, en dus geglobaliseerd, perspectief te plaatsen. De diversiteit en connectiviteit van het Romeinse Rijk staan centraal, welke aspecten we volgens de auteurs alleen goed kunnen begrijpen als we zowel de Romeinse wereld als geheel bestuderen als ons gedetailleerd richten op subregio’s ervan (p. 13). Hierin zijn zeker de woorden te herkennen die Miguel John Versluys al eerder publiceerde in een artikel, waarin hij tevens het verwijt uitte dat het Romanisatiedebat zich teveel op het westen en te weinig op het oosten richt.1 Vervolgens richten beide auteurs zich op de eeuwenoude vraag wie (of wat) “Romeins” is. Het is duidelijk dat zij nadrukkelijk niet in klassiek geworden categorieën als Romeins vs. inheems willen denken. In plaats daarvan benadrukken zij keer op keer de interconnectiviteit van de Hellenistische wereld waarin het wereldrijk van Rome ontstond. Ook hierin speelt de relatie van de Romeinse met de Griekse beschaving weer een rol, echter nu niet geïnterpreteerd als “doorgeeluik” maar als een complexe relatie waarbij Rome zich deinieert aan de hand van haar Griekse tegenhangers in een steeds veranderende, Helleniserende wereld (p. 14-15).2 Versluys en Naerebout trekken met andere woorden duidelijke parallellen tussen de huidige, immer globaliserende wereld en de Romeinse wereld, waarin lokale posities steeds meer worden gedeinieerd als tegenhanger van een groter wordende wereld en waarin ‘de Romeinse identiteit’ niet bestaat. Hoewel we het allemaal Romeins noemen, spant het rijk van Schotland tot Syrië en is er sprake van een hoge mate van mobiliteit van mensen, met als gevolg politieke, economische en uiteindelijk culturele homogenisering.3 Zoals Versluys en Naerebout het ook wel noemen: “eenheid in diversiteit” (p. 18). Om deze culturele processen te illustreren, behandelt het boek de drie geograische regio’s die ook in de tentoonstelling voorkomen. De schrijvers hopen hiermee de traditionele focus op het westen wat te verleggen door ook Egypte mee te nemen. Hoewel dit natuurlijk een bewonderingswaardig streven is, wordt hiermee voorbijgegaan aan de regio’s die traditioneel te boek staan als “oosters”, zoals bijvoorbeeld Syrië of Israël. Zoals Versluys en Naerebout al toegeven (p. 21), is het hier vooral de beschikbare collectie van het Allard Pierson Museum geweest die ten grondslag lag aan de keuze van de gepresenteerde regio’s. Museum, René van Beek, en de directeur, Wim Hupperetz. Hierin zetten zij uiteen hoe de tentoonstelling is opgesteld, wat de vernieuwende aspecten ervan zijn en, wat zeker interessant is, wat de aankoopgeschiedenis van de tentoongestelde collectiestukken is. Deze kennis geeft een nieuwe laag aan het museumbezoek en biedt ook een interessant kijkje in de ontstaansgeschiedenis van het museum zelf. Wat helaas ontbreekt, is een inhoudelijke synthese. Zoals al eerder aangegeven, worden er in het inleidende hoofdstuk een groot aantal complexe vraagstukken aangesneden, die onder meer centraal staan in het huidige Romanisatiedebat. De focus ligt daarbij vooral op thema’s als diversiteit en connectiviteit. Door in detail aandacht te besteden aan een zevental onderwerpen in drie regio’s is de diversiteit van het Romeinse Rijk, en met name de verschillen tussen deze drie regio’s, overtuigend aangetoond. Door de opzet van het boek, bestaande uit losse essays die focussen op één regio zonder verbindend hoofdstuk aan het eind van het boek of na elk thema, blijven de drie gebieden echter op zichzelf staan. In een aantal essays wordt wel ingegaan op mobiliteit in bepaalde streken van het rijk, bijvoorbeeld in de stukken van Kathy Sas, Ton Derks en Wim Hupperetz over de etnische herkomst van soldaten(vrouwen), maar wat precies de link is tussen Romeins Nederland, Italië en Egypte blijft grotendeels impliciet. Desalniettemin biedt deze bundel de lezer een uitstekend overzicht van de moderne Klassieke archeologie en geschiedkunde, en is het een waardevolle aanvulling op een bezoek aan de prachtige nieuwe tentoonstelling die het Allard Pierson Museum heeft bewerkstelligd. Berber van der Meulen Wim Hupperetz, Olaf E. Kaper, Frits Naerebout & Miguel John Versluys (red.) Van Rome naar Romeins. WBOOKS, Zwolle, 2014. ISBN 978-94-625-8016-9, €24,95. Eindnoten 1 Versluys, M.J. 2014, “Understanding objects in motion. An archaeological dialogue on Romanization”, Archaeological Dialogues, vol. 21, no. 1, p. 10. 2 Zie ook het werk van Greg Woolf over deze ogenschijnlijke tegenstelling: Woolf, G. 1994, “Becoming Roman, staying Greek. Culture, identity and the civilising process in the Roman East”, Proceedings of Cambridge Philological Society, vol. 40, pp. 116-143. 3 Ook dit wordt door cultuurilosofen aangeduid als een kenmerk van globalisatie; zie bijvoorbeeld Hodos, T. 2010, “Local and global perspectives in the study of social and cultural identities” in Material culture and social identities in the ancient world, (red.) S. Hales & T. Hodos, pp. 23-25. Het laatste hoofdstuk is geschreven door de conservator van de Etruskische en Romeinse afdeling van het Allard Pierson 53